4 kinderen van het overleden slachtoffer hebben mij gevraagd hun van bijstand te voorzien toen de zaak nog bij de kantonrechter zou worden afgedaan. In dat stadium werd de verdachte een overtreding van de Wegen Verkeers Wet ten laste gelegd. Na lezing van de rapportages die in deze zaak waren uitgebracht, zoals die van de Verkeers Ongevallen Analyse (VOA), leek het mij te gaan om een misdrijf ipv een overtreding. Ik heb vervolgens de officier van justitie gesproken en diegene mijn zienswijze laten weten. Waarom is het wat mij betreft een misdrijf? De verdachte koos er voor een menkar met daarvoor 2 pony’s in te halen op een plek die bepaalde risico’s met zich meebracht. De kar reed bovenop een viaduct dat over de A 28 loopt. Juist daar, waar het zeer lawaaiig is (hetgeen een schrikreactie bij de dieren teweeg kan brengen) besloot hij de kar in te halen. Alhoewel de verdachte aangaf uiterst links te hebben gereden op een smalle weg, bleek (ook) ter zitting dat hij dat helemaal niet had gedaan. Er was nog wel 1-1,5 meter ruimte over aan de linker zijde van de weg. De inhaalmanoeuvre deed de verdachte met een snelheid van rond de 50-60 km per uur. Weliswaar heeft hij daarmee de maximum snelheid niet overschreden maar hij had, rijdend in een zware Mercedes, rekening moeten houden met deze zeer kwetsbare verkeersdeelnemer en onvoorspelbaar gedrag van de viervoeters. Uit onafhankelijk onderzoek is bovendien gebleken dat de pony’s niet naar links zijn uitgeweken maar dat de verdachte tegen de kar is aangereden waardoor deze omvergeworpen is en de menner onder de kar en de pony’s terechtgekomen is. Als de verdachte minder hard had gereden (ik meen zelfs dat stapvoets in een dergelijk geval in de rede ligt) en als hij verder naar links was uitgeweken en beter nog: als hij helemaal niet was gaan inhalen, dan had het ongeval zich niet voorgedaan en dan had de menner nu nog geleefd. Aanvankelijk bleef de OvJ van mening dat het om een overtreding ging en dus om een kantonzaak maar nadat ik had aangegeven een artikel 12 Sv procedure te gaan starten (dan kun je via het gerechtshof een vervolging voor een misdrijf afdwingen), besloot de OvJ de zaak toch in te trekken en alsnog aan de rechtbank voor te leggen. De verdachte werd derhalve wel een misdrijf ten laste gelegd en niet 1 rechter maar 3 rechters hebben de zaak behandeld. Ook hebben de nabestaanden gebruik kunnen maken van het spreekrecht, hetgeen bij de kantonrechter niet mogelijk is. De nabestaanden zijn opgelucht dat de mondelinge behandeling nu achter hen ligt en dat er serieus naar de zaak is gekeken. Zij zijn en blijven van mening dat het om een misdrijf gaat en niet om een overtreding. De rechtbank zal hierover op 11 december uitspraak doen.